Getest: Plantaardige Biefstuk

biefstukc-packshot_smallEr lijkt een ware hausse aan nieuwe vleesvervangende producten te zijn. Moest je vroeger als vegetariër het doen met tempeh en een tofuburger, inmiddels liggen de schappen van de supermarkt vol met vleesvervangende producten. En niet alleen vlees wordt vervangen – ook vis is inmiddels verkrijgbaar in niet-dierlijke variant. Met zoveel aanbod, het schap met vleesvervangers is inmiddels in menig supermarkt groter dan het schap met biologisch vlees, zal er toch ook wel vraag zijn. Al heb ik bij de geringe ruimte voor het biologisch vlees toch een beetje een dubbel gevoel. Minder vlees eten is verstandig – om meerdere redenen – maar helaas wil men dan geen béter vlees eten.

Productevolutie

Terug naar de vleesvervangers. Dat schap dijt dus duidelijk uit, met steeds weer nieuwe producten. Jaren geleden kwamen de Valess-producten op de markt, en dat waren weliswaar vleesvervangers, maar ze deden in weinig aan vlees denken. Nou ja, misschien gortdroog gegaarde kip. Het was vooral paneer en soms ook vulling. Een schnitzel dus, of een cordon bleu. Later kwamen de producten van De Vegetarische Slager er bij, die echt werden gepresenteerd als vlezige vleesvervanger. Het bedrijf is behoorlijk succesvol, maar waar succes is, komen concurrenten. Zoals bijvoorbeeld het bedrijf Vivera.

Eigenlijk lieg ik nu, want Vivera bestaat al sinds 1990 (en de Vegetarische Slager nog geen 10 jaar). Maar Vivera was niet eerder (zo) prominent aanwezig in het vleesvervangerschap als nu. Met heel veel producten die duidelijk geïnspireerd zijn op het assortiment van De Vegetarisch Slager.

Vivera kwam onlangs groot in het nieuws want het bedrijf had een plantaardige biefstuk weten te maken. Een plantaardige biefstuk die er uit ziet als een runderbiefstuk, die voelt als een runderbiefstuk en die smaakt als een echte biefstuk. Revolutionair, en de trom werd dan ook flink geroerd rondom de introductie van het product. Een grote supermarktketen in Engeland kreeg de primeur, Nederland was daarna aan de beurt.

Aanplak-c

Vivera hield woord, en een paar weken later lag de 100% Plantaardige Biefstukc in de winkel. Ja, ‘biefstukc’, zo heet het product in Nederland (en gewoon ‘Veggie Steak’ in Engeland). Het mag natuurlijk niet gewoon ‘biefstuk’ heten, want het is geen vlees. Helaas kon de marketingafdeling van Vivera met niets beter komen dan er een ‘c’ achter te plakken. De Vegetarische Slager had inmiddels met de ‘kipstuckjes’ en ‘gehackt’ de combinatie ck al (heel slim) geclaimed, en met iets beters konden ze blijkbaar niet komen.

Navraag bij Vivera over deze creatief armoedige aanplak-c leverde als antwoord op dat de ‘kc’ refereert aan de (kilo)caloriën ‘want er zitten er minder in onze biefstukc dan in een echte biefstuk’. Dat antwoord is complete onzin. Maar dan ook helemaal compleet: in de Biefstukc van Vivera zitten 222 kcal per 100 gram. In 100 gram echte runderbiefstuk zitten slechts (ja echt) 110kcal, de helft dus. Die aanplak-c is dus wel degelijk creatieve armoede. Bovendien: Vivera maakt meer producten waar ze de ‘kc’ gebruiken in plaats van een ‘k’. Zoals ‘kipstukcjes’ – dat lijkt toch wel heel erg op… juist.

Leeg schap

Om nu het hele product af te serveren op een naam, dat is natuurlijk flauw, het gaat er uiteindelijk om of het lekker is of niet. En zoals altijd met eten: om te weten of je het lekker vindt moet je het proeven. Dus ik ben op zoek gegaan naar de Biefstukc van Vivera. De distributie van de biefstukc is heel behoorlijk, bij ligt in veel verschillende ketens in het schap. De eerste paar weken greep ik echter steeds mis: uitverkocht. Het product kon dus in ieder geval direct rekenen op een fikse belangstelling van de consument. Ongetwijfeld nieuwsgierig gemaakt door de berichten in de pers. Dat had de marketingafdeling dan in ieder geval wèl slim gedaan.

Na een paar weken – ik ben er echt niet dagelijks voor naar een supermarkt gelopen – had ik dan toch eindelijk een verpakking kunnen bemachtigen. De verpakking bestaat uit twee exemplaren van de biefstukc, van 100 gram per stuk. Het product is, in tegenstelling tot vers vlees, best lang houdbaar en is ook geschikt om in te vriezen. Handig voor wie meerdere verpakkingen koopt omdat het in de aanbieding is.

Proeven

Bijna zevenhonderd woorden geleden beloofde ik een review van de plantaardige biefstuk. Dan moet ik ook mijn woord houden. Dus dit is het ‘sappige’ gedeelte van het verhaal. Een biefstuk hoort sappig te zijn, toch? Anders noemen we het gebakken schoenzool. Er zijn natuurlijk mensen die hun biefstuk helemaal doorgebakken het lekkerst vinden, maar die begrijp ik niet. Een biefstuk hoort voor mij sappig te zijn, dus een biefstukc dan ook.

biefstukc-unpacked_smallAls je de biefstukc uit de verpakking haalt dan valt meteen op hoe stevig hij is. Heeft een runderbiefstuk een zekere slapheid, de plantaardige biefstuk heeft dat zeker niet. Hij voelt meer aan als een dik uitgevallen voorgegaarde hamburger uit een folieverpakking, die je in buurt van de Smac en de BiFi vindt in de supermarkt. Hij ruikt ook niet naar biefstuk, de geur doet eerder aan noten denken, maar die zitten er niet in, behalve misschien in de aroma’s. Het zou overigens ook wel raar zijn als hij naar runderbiefstuk rook. Dat zou met aroma’s misschien wel kunnen, de vraag is of je dat wilt. De vegetariërs/veganisten geloven dan misschien niet meer dat het product 100% plantaardig is.

De bereidingsinstructies raden aan om het product in olie of margarine te bakken, gedurende 5 minuten, en halverwege te keren. Er staat specifiek niet bij ‘boter’. Of dat is omdat het in roomboter niet goed bakt, of omdat het product in dat geval niet meer geschikt is voor veganisten dat weet ik niet. Veganisten hebben natuurlijk sowieso geen roomboter in huis, maar je kunt er natuurlijk ook eentje te eten krijgen. Ik heb er voor gekozen om de biefstukc wèl gewoon in roomboter te bakken. Dat zou ik met een runderbiefstuk ook doen. Ik weet dat er betere manieren zijn (in een hete pan met een beetje olie, en later de roomboter toevoegen ‘voor de smaak’, of in de Blue Band, zoals bij Loetje). Maar uiteindelijk doe ik het eigenlijk toch altijd in de boter.biefstukc-bakken_small

Ik wijk dus in de bereiding af van de instructies, voor de rest bak ik het product ongeveer 5 minuten en keer ik het product ongeveer halverwege om. Ik merk al snel dat de biefstukc een vrij droog product is, waardoor je moet uitkijken dat het niet verbrandt in de pan. Er komt wel wat vocht uit het product (aan de bovenkant), net als bij een echt stuk vlees, en dat stemt hoopvol voor de structuur in de mond, de smaak en de sappigheid. Maar je moet dus wel op blijven letten bij het bakken.

Na de baktijd laat ik de biefstukc heel even rusten, om het volgens eerst eens doormidden te snijden om de structuur met het oog te beoordelen. Het valt meteen op dat de binnenkant er niet heel erg als biefstuk uitziet. Het had me eerlijk gezegd ook verbaasd, maar ja, als je roept dat het lijkt op een echte biefstuk, dan schep je verwachtingen. Die maken ze hier niet waar. Ik vergeleek het eerder al met een hamburger, en dat is ook waar ik nu meteen weer aan denk. Een platte gehaktbal zou nog kunnen, maar daar is hij niet rul genoeg voor – en een fabrieksgehaktbal is meestal nòg compacter. Ergens daartussenin zit de biefstukc.biefstukc-gesneden_small

De biefstukc smaakt een beetje kruidig en een beetje notig (wat ik eerder al rook) en na een paar happen valt me op dat de biefstukc vrij zout is. Het lijkt ook wel of het zout niet overal gelijkmatig verdeeld is, en ik af en toe een zoutig stukje (korrel?) tegenkomt. Ik heb meteen even op de verpakking gekeken of er inderdaad veel zout in zit: per 100 gram product 1,1 gram zout, 23% van je dagelijkse zoutbehoefte. Dat vind ik toch behoorlijk veel. In de pindakaas van een bijzonder bekend merk zit de helft, en daar eet je per dag geen 100 gram van (meestal). Ik ben niet de enige die het zoutgehalte opgevallen is, zo zag ik op social media, en Vivera zegt daar aan te werken. Het verbaast me dat dit bij de gewone producttesten niet naar voren is gekomen.

Het zoutgehalte zit het eten van  de biefstukc in de weg. Hij gaat me na een paar happen achter elkaar een beetje tegenstaan. En hij smaakt ook gewoon niet naar een runderbiefstuk. Het is voor mij een beetje ‘mwah’. Om hem los te eten vind ik hem te zout, hij smaakt niet echt naar biefstuk, heeft ook niet dat mondgevoel en is, na alle beloften, dan toch weer een teleurstellend plantaardig product.

Als vleeseter zou ik het niet kopen om mijn stukje vlees te vervangen, als ervaren flexitariër misschien, dat hangt er van af of je niet al een ander favoriet product hebt, en als vegetariër of veganist vraag ik me af of je überhaupt behoefte hebt aan een product als deze plantaardige biefstuk. Je kiest er immers zelf al voor om geen vlees en/of dierlijke producten te eten, dus waarom zou je dan nog een vleesvervanger kopen. Ik denk dat de meeste vegetariërs en veganisten heel goed weten hoe je met rijst, peulvruchten, granen, fruit, kruiden en specerijen een erg smakelijke maaltijd op tafel kunt zetten.

De conclusie is dus eigenlijk: leuk geprobeerd, handige marketing, maar wat mij betreft onvoldoende geslaagd.