Tentoonstelling Tosti’s Truffels Treinen
In het Spoorwegmuseum in Utrecht is van 23 juni tot en met 5 november 2020 de tentoonstelling Tosti’s Truffels Treinen te zien, over het ontstaan en de ontwikkeling van eten op en rond het spoor. Als je schrijft over eten en veel met de trein reist dan mag je deze tentoonstelling niet overslaan, en dat deed ik dus ook niet.
Oriënt Express
Het Spoorwegmuseum bezit een rijtuig van de befaamde Oriënt Express, de bijna mythische standaard van luxe treinreizen, alleen weggelegd voor de meest welgestelde treinreiziger, zeg maar niveautje prinsen, prinsessen en filmsterren. De tentoonstelling laat de ontwikkeling zien van het eten en drinken in de trein en op het station, van de eerste luxe rijtuigen, tot aan de Railtender medewerker, alles komt aan bod. Er is veel beeldmateriaal, video en veel voorbeelden van serviesgoed en menukaarten.
Je kunt in diverse restauratiewagons een kijkje nemen. Van luxe dinerrijtuigen van weleer, tot de eenvoudigere restauratiewagons van Mitropa uit de DDR en de speciaal voor deze tentoonstelling prachtig gerestaureerde ‘Plan D’ uit 1951. Zelf vond ik de Rheingold nog wel de meest interessante vond, met een prachtige panorama dak (naar Amerikaans voorbeeld) voor de reizigers en een dubbeldeks keuken: de kok boven, en de spoelkeuken beneden. Het werken in die keukens was behoorlijk pittig: de ruimte was zeer beperkt, en hotsend en botsend over het spoor lijkt me ook niet ongevaarlijk.
Op en rond het spoor
De tentoonstelling Tosti’s Truffels Treinen gaat niet alleen over eten op het spoor, maar ook over eten en drinken rondom het spoor. Zo is in restauratiezaal van het Maliebaanstation een overzicht van de stationsrestauraties van weleer. Deze werden niet door de spoorwegen zèlf beheerd, maar door onafhankelijke uitbaters. De restauraties hadden dus elk hun eigen sfeer, assortiment en prijzen. De getoonde foto’s spreken boekdelen, en eerlijk gezegd vind ik die er vaak (maar niet altijd) veel gezelliger en uitnodigender uitzien dan de uniforme buffetzalen van later.
De maaltijden die in vroeger in de stationsrestauraties werden geserveerd waren ook wel een beetje anders dan nu. Denk aan kalfsfricandeau met sperziebonen en verse aardappelen. Of een omelet garnalen ‘à la Reine of Portuguèse’ (weet iemand nog wat dat is?). En wat te denken van de gebakken rolpens au ananas (‘Hawaii’ zouden we denk ik tegenwoordig zeggen) met appelmoes en gebakken aardappelen. Over de kalfshersenen en de zwezerik zal ik het maar helemaal niet hebben – die vind je al in bijna geen enkel ‘normaal’ restaurant meer op de kaart. Daarvoor moet je naar een kop-tot-staart-kok gaan of in een sterrenrestaurant zitten.
Nu zijn dit wel de wat extremere voorbeelden, er stonden natuurlijk ook gewoon gehaktballen en belegde broodjes op de kaart. Omdat de restauraties werden uitgebaat door zelfstandige ondernemers konden die ook zelf bepalen wat er op de kaart stond, met ruimte voor regionale specialiteiten bijvoorbeeld. De uitbaters richtten zich ook niet alleen op de treinreizigers, maar ook op de mensen in hun stad, waardoor je in de stationsrestauratie ook een speciaal carnavalsmenu, of zelfs een hele Kerstmaaltijd kon krijgen. Met Kerst uit eten op het station? Je kunt het je bijna niet meer voorstellen.
Van karton
Wie niet in de restauratiewagon kon of wilde plaatsnemen kon in de loop van de tijd ook gewoon in de rest van de trein en op de perrons voorzien worden van bijvoorbeeld koffie, zoals te zien is in een item van het Polygoon journaal uit maart 1959. Op station Driebergen-Zeist rukt de héle familie Baltus (zussen, neven en nichten, 15 personen sterk) uit als er een lange trein het station binnenrijdt. Vanaf het perron worden de reizigers, via de ramen die toen nog gewoon open konden, voorzien van koffie in kartonnen bekertjes. Die bekertjes waren trouwens al een hele vooruitgang, want daarvóór moest je je koffie snel achterover slaan: het porseleinen kopje moest je weer teruggeven voor de trein het station weer verliet. Die kartonnen bekertjes, overigens, werden na het drinken van de koffie gewoon uit het raam gemikt. Dat was dan weer een werkje voor de opprikkelateur.
Tijden veranderen, weer
De tentoonstelling is overgoten met een flinke scheut romantiek, zeker als je door de restauratiewagens loopt. Die veel soberder uitgevoerde DDR restauratiewagen doet daar weinig aan af (in tegendeel misschien wel) en het discorijtuig zal bij een deel van het publiek jeugdherinneringen oproepen. De historische beelden en menukaarten van de stationsrestauraties zullen dat alleen doen bij het oudere publiek. In de laatste 20 à 30 jaar zijn de stations toch veel meer een op- en overstapstation geworden voor de gehaaste forens.
De laatste jaren verandert de functie van het station wel weer en worden de stations steeds meer een ontmoetingsplek. Daar hoort natuurlijk horeca bij die daar op aansluit, en dat misschien zelfs ook aanjaagt. Meer hierover is te lezen in het artikel ‘Eten en drinken op Utrecht CS’ dat ik schreef voor culinair magazine Bouillon!, dat je hier kunt kopen. Met daarin natuurlijk nog veel meer artikelen voor lekkerbekken…