Nieuwe vlog: GoodFoodFox pakt uit!
Ja, er staat weer een nieuwe video online.
!!! #spoileralert !!!
Ik pak een doos bier uit van Beer in a Box
Ja, er staat weer een nieuwe video online.
!!! #spoileralert !!!
Ik pak een doos bier uit van Beer in a Box
Rick #030horeca, Recensies, Themaweken
Er was een tijd… dat je voor een hamburger naar de McDonald’s ging. Dat was het helemaal, en die hamburgers bij de snackbar, tja, dat waren dan toch vaak van die voorgekookte dingen die even de frituur in gingen. Je vindt die ijshockeypucks trouwens nog steeds in het vleesvak van de supermarkt, bij de Bifi worstjes en de Smac. Over de braderiehamburgers met gebakken ui zal ik het al helemaal niet hebben…
Die tijd hebben we gelukkig al lang achter ons gelaten. Niet alleen heeft de Burger King het straatbeeld inmiddels ‘verrijkt’, we zijn al veel verder. Met in hamburgers gespecialiseerde barretjes en restaurants. Iedere grote stad heeft er minstens een paar, en sommige een heleboel.
Ook in Utrecht kun je in het centrum hamburgers eten die ik dan graag ‘de betere hamburger’ noem. En naast die hamburger van rundvlees, staan er meestal ook nog allerlei andere opties op de kaart. Van kip, van vis, maar ook vegetarisch en zelfs veganistisch. Je kunt tegenwoordig dus meer kanten op dan alleen mèt of zònder kaas.
Na de #leidscherijnlunchweek besloot ik dat het tijd werd om eens te kijken wat het aanbod van die betere hamburger dan is in het centrum van Utrecht. Het werd de #utrechthamburgerweek , en ik bezocht vijf verschillende hamburgerrestaurants, die niet onder ‘fast food’ vallen (ja, sorry, de hamburgers van Five Guys vind ik erg lekker, maar vallen wat mij betreft toch wel in de categorie fast food – al snap ik dat je daarover kunt discussieren).
The Burger Federation is een formule van Autogrill, een groot bedrijf dat wegrestaurants en vliegveld- en stationshoreca exploiteert. Het filiaal van The Burger Federation in Utrecht wordt bestierd door HMSHost, die met meer restaurants in Hoog Catharijne en op station Utrecht Centraal doet. Je kent HMSHost misschien ook wel van de horeca op Schiphol.
Tot zover de droge achtergrondinfo, hoog tijd voor de hamburgers. De vestiging van The Burger Federation in Utrecht is een grote, lichte zaak die je kunt vinden aan de Stadskamer, het horecaplein in het vernieuwde Hoog Catharijne. Het restaurant heeft ook nog een ingang aan de buitenkant, vlakbij de singel, en daar is ook een klein terras.
The Burger Federation serveert diverse burgers, de meeste zijn met rundvlees, er zijn er twee met kip, één met vis, en er is één vegetarische optie. De burgers zijn verzonnen rondom een landenthema, zoals een Franse met brie, een Japanse met zalm, een Libanese met falafel, een Fifth Avenue burger met foie gras (!), maar ook de Hoge Utrecht Burger met gesmolten Oude Gracht kaas en huisgemaakte Utrechtse biersaus. Ook kun je je eigen burger samenstellen waarbij je je eigen favo toppings kunt toevoegen aan de standaard burger. Als een hamburger met brie, avocado, jalapeños, foie gras en een spiegelei jouw ding is, go for it. Behalve hamburgers worden er ook nog snacks als nachos, uienringen en kipvleugels geserveerd, en ook vind je salades en een aantal toetjes op de kaart.
Voor mij geen freakburger, maar gewoon de BLT Classic Beef burger met bacon, sla en tomaat. De hamburgers worden standaard medium doorbakken, zo staat op de kaart, en je krijgt voor het geld ook nog een portie frites, fritessaus, en een tweede saus die ik zo snel niet kon thuisbrengen.
Het broodje waarop de burger geserveerd wordt heeft het Burger Federation logo er in gebrandmerkt, wat natuurlijk een leuke gimmick is, maar niet meer dan dat. Leuk voor Instagram. Mijn burger zelf was behoorlijk gepeperd. Ik weet niet zeker of ze er veel peper op hebben gegooid, ik had eerder de indruk dat het in het vlees zat. Ik vond dat wel lekker, maar het zat wel op het randje van overheersend. Ik kan me voorstellen dat niet iedereen dat lekker vindt. Laten we er maar even van uit gaan dat men uitgeschoten is met de pepermolen.
De hamburger at niet heel erg handig. Dat kwam namelijk door de twee plakken tomaat die er op zaten. Die gaan van elkaar afglijden, en voor je het weet zit je daar met lege handen, en je hamburger all over de tafel. De hamburger was helemaal doorbakken, dus niet medium, zoals beloofd. Hij was gelukkig niet droog, maar wel wat compact. De geserveerde frietjes waren goed krokant en prima op smaak.
De BLT Classic Beef van The Burger Federation is, zoals ik hem nu gegeten heb, geen slechte burger, al zijn er wel een paar verbeterpuntjes.
De Burgerbar is een kleine keten van hamburgerrestaurants met 4 vestigingen in Amsterdam, één in Den Haag en één in Utrecht. Je vindt Burgerbar in Utrecht in de Schoutenstraat, het straatje tussen de Neude en de Ganzenmarkt, waar de achterkant van het stadhuis ook is.
Burgerbar is een kleine zaak, een echte eetbar, met zitplaatsen aan de counter, en een paar tafeltjes aan de zijkant en achterin. Ook buiten staan een paar tafeltjes, maar dan moet het weer wel een beetje meewerken natuurlijk. De tafeltjes binnen zijn vrij klein en zijn voorzien van een bak met bestek, servetten, en peper- en zoutmolens. Zitten doe je op in hoogte verstelbare krukjes. Niet ideaal om lang te tafelen, maar hé, het is een hamburgerbar, niet een 4 gangen Franse bistro met sterrenambities.
Burgerbar heeft drie rundvleesburger opties: standaard Iers rundvlees, gerijpt Angus en Kobe Style Wagyu rundvlees, en alle drie in twee maten. Daarnaast serveren ze ook nog een kipburger en twee vegetarische opties. Bovenop je burger kies je dan nog je toppings.
Ik besloot half-decadent te zijn door een grote Anged Angus burger te nemen met cheddar, bacon en gegrilde uien. Daarbij zitten dan ook nog sla en saus op je broodje.
Als de burger geserveerd wordt kijk ik tegen een flinke toren aan. Toch is de burger wel te hanteren en kun je hem gewoon uit de hand opeten. Wel oppassen met de vleessappen. Deze burger is namelijk supersappig, en zoals beloofd medium doorbakken. Ook hier proef ik peper op mijn hamburger, maar veel minder sterk dan bij die van de Burger Federation. Ik vind deze hoeveelheid peper veel beter.
Erg lekkere burger, die rul van structuur is en medium doorbakken zoals beloofd. Top.
Ellis Gourmet Burger opende in Utrecht eind augustus 2016 aan de Neude. Het was daarmee de vierde vestiging van deze Belgische keten in Nederland. Inmiddels kun je in Nederland bij 7 vestigingen terecht: 3 in Amsterdam, 2 in Rotterdam en nog eentje in Breda.
Ellis Gourmet Burger is geen hele grote zaak, vrij smal en uitgevoerd in de kleuren donkerbruin en grijs. Dat maakt het wat donker misschien, maar geeft ook wel een warme uitstraling. De open keuken achterin is, door het heldere licht in die keuken, een blikvanger. De tafels zijn ingedekt met bestek, dus geen IKEA potten of houten bakken waar je je bestek zelf uit moet pakken. Buiten is overigens ook nog een terras met een aardig aantal tafeltjes.
Er is een grote keus aan hamburgers, met een aantal ‘signature gourmet burgers’ zoals bijvoorbeeld die met blauwe kaas, geselecteerd door de bekende affineur Van Tricht, een burger van zalm met spinazie en een lamsburger met guacamole. Uiteraard ook meer reguliere hamburgers, en ook vier vegetarische / vegan hamburgers.
Naast salades staan er ook voor de lunch twee toasties op de kaart, zoals de Toastie Original Cheese, en dat is een eerbetoon aan Louis Lunch, het restaurant in New Haven, Connecticut, die in de VS wordt beschouwd als de uitvinder van de hamburger; dat leek me de vermelding wel waard.
Ik koos deze keer voor de Ellis Special 2.0. Dat is een hamburger met kaas en bacon, die ook op de kaart staat, maar in plaats van mosterd en ketchup krijg je de Ellis Special Sauce.
De burger wordt razendsnel geserveerd – het is ook niet druk, dus dat helpt – en is rul van textuur, zoals ik hem graag eet, lekker sappig, en zoals beloofd ook daadwerkelijk medium gebakken.
Bij de hamburger bestelde ik nog een portie frietjes en een groene salade. De frietjes waren vers en knapperig met voldoende (middelgrof) zout, de salade was met een dressing aangemaakt. Geen hoogvlieger, de salade, maar wel gewoon prima.
De burger haalde nèt niet het niveau van die van Burgerbar wat mij betreft, maar komt behoorlijk dicht in de buurt.
Meneer Smakers is een echte Utrechtse keten van hamburgerrestaurants met vier filialen in de stad: op de Nobelstraat, aan de Oudegracht, op de Marnixlaan en op de Twijnstraat. Voor dit artikel bezocht ik het filiaal aan de Oudegracht, vlak bij de Neude.
De inrichting van Meneer Smakers wijkt niet heel veel af van de gemiddelde moderne hamburgerbar: hout, metaal, bruin, grijs. In dit filiaal is gebruik gemaakt van wat lichter hout en ook nog gele en blauwe accenten, zodat de zaak niet zo donker wordt. Toch maakte het op mij een wat goedkopere, misschien zelfs wat versleten, indruk. Of misschien oogt het lichte blauw wat gedateerd, een beetje jaren 90-look.
Hoge, lange tafels voor in de zaak met krukken om op te zitten, en naast de counter nog wat lage tafeltjes. Ook dit is weer een hamburgerbar waar je niet lang blijft zitten – behalve op het kleine terrasje voor de zaak misschien, als de zon schijnt.
De hamburgers van Meneer Smakers hebben allemaal een ‘familienaam’ zoals Mevrouw Smakers, Zusje Fleur, Tante Mila, Ome Jimmie en Opa Harrie. Naast rund, kip en vis serveert Meneer Smakers ook een lamsburger, twee vegetarische en één veganistische burger, en is er regelmatig een special. Daarnaast is er natuurlijk friet, zijn er sandwiches en ook tosti’s.
Ik koos voor de Mevrouw Smakers, met rundvlees, gegrilde paprika, courgette en jalapeños met daarop de speciale Smakerssaus.
De paprika en courgette doen het prima op een hamburger, en het is weer eens wat anders dan sla, tomaat en augurk. De burger is door de jalapeños lekker pittig, en de Smakerssaus is ook gewoon een lekkere saus.
Over de smaak van de hamburger was ik best tevreden, ondanks dat hij doorbakken was, was hij niet droog. De textuur is een ander verhaal, helaas. Voor mij is een goede hamburger gemaakt van gemalen gehakt, en een beetje rul van structuur. Deze hamburger leek een combinatie van gehakt en afsnijdsels, die behoorlijk compact waren samengeperst. Ook had ik af en toe een wat harder stukje.
Meneer Smakers gebruikt een harder broodje dan de meeste andere burgerrestaurants. Ik heb zelf liever een zacht(er) broodje. De burger wordt geserveerd in een plastic mandje met een papiertje er in, en dat maakt de uitstraling wat goedkoop, en dat past dan misschien bij de inrichting van het restaurant, ik vind het minder geslaag. Na vier hamburgers is dit misschien wel de minst succesvolle.
Toevallig bestaat Firma Pickles tijdens mijn #utrechthamburgerweek 5 jaar. Het is daarmee denk ik één van de oudste moderne hamburgerrestaurants in Utrecht, en ook meteen een wijnbar. Vind je bij de andere hamburgerrestaurants meestal een selectie van fris en bieren, Firma Pickles doet (ook) veel wijn.
Firma Pickles heeft inmiddels al weer 6 filialen, twee in Utrecht, en dan nog in Rotterdam, op Den Haag CS, op de Pier in Scheveningen en, onlangs geopend, in Den Bosch.
Ik bezocht de originele Firma Pickles in de bekende Drieharingstraat in Utrecht, dè restaurantstraat in het centrum (al beginnen andere straatjes op dat punt ook hoge ogen te gooien de laatste tijd). Dit is weer meer een restaurant dan een hamburgerbar zoals Meneer Smakers en de Burgerbar. Hoge tafels aan de ene kant van het restaurant, en als je om de bar heen loopt, dan kom je in het gedeelte met allemaal lage tafeltjes. Tegelwandjes en potten met pickles (!) maken het geheel af.
Op de menukaart vind je bij Firma Pickles een groot aantal burgers. Er zijn diverse varianten met rundvlees, groot en klein, er is een burger met gamba’s, er zijn twee vegetarische opties, en een aantal luxe burgers met bijvoorbeeld Bresse kip, Livar varken en premium rundvlees maken de kaart af. Een burger met varkensvlees zie je trouwens niet vaak. Oh ja, er is óók nog een weekly special.
Naast al deze keuzes kun je ook nog een heleboel extra toppings op je burger er bij doen – maar een spiegelei is niet één van de opties. Uiteraard ontbreken ook de bijgerechten en de toetjes niet.
Ik koos voor de Pickles Dry Aged burger, met extra cheddar. De burger wordt standaard geserveerd met een portie frites, en een pickle (een halve augurk).
Het feit dat er droog gerijpt vlees is gebruikt in de burger kon ik er niet echt uithalen. De burger had niet de diepe smaak waar ik op gerekend had. Ook vond ik de burger meer doorbakken dan ik had verwacht (maar dat ligt aan mij – er staat nergens dat de burgers medium gebakken worden) en ik vond de burger ook wat te compact. Niet zo erg als bij Meneer Smakers, maar toch wel wat tè. Bij de cheddar, die ik extra op de burger gekozen had, deed de smaak me verrassend veel denken aan de ‘cheddar’ die McDonald’s op de burgers serveert. Er staat op de kaart ook ‘American cheddar’, dus verwachtte ik wel zoiets, maar toch vond ik de sterke overeenkomst opmerkelijk. Nou vind ik die cheddar van McDonald’s -stiekem- best lekker, dus wat dat betreft krijgt de burger een pluspunt.
De burger kan dat pluspunt goed gebruiken, vind ik. Heel bijzonder vond ik de hamburger namelijk niet en ik had er eerlijk gezegd meer van verwacht. Waarom weet ik niet – misschien wel omdat ik er jaren eerder geweest ben en de hamburger toen wel een openbaring vond, in vergelijking met de hamburgers van McDonald’s en Burger King. Met veel meer concurrentie vandaag de dag is Firma Pickles misschien wel ingehaald.
Vijf keer een goede hamburger eten bij steeds een ander restaurant dan een fast-foodketen is in Utrecht goed te doen. Doe er dan toch nog een keer een Five Guys hamburger bij en ga nog een keer terug naar de Burgerbar, en je bent een week onder de pannen. Inmiddels raad je dan misschien ook al welke hamburger ik het lekkerste vond – juist, die van Burgerbar. De burger van Ellis Gourmet Burger zit hem wel op de hielen. De andere drie hamburgers liggen dicht bij elkaar. De hamburger van Meneer Smakers zet ik dan toch op de laatste plaats, voornamelijk vanwege de stuctuur. Tussen Firma Pickles en The Burger Federation kiezen wordt lastiger. Misschien dat de peper The Burger Federation dan nog net de das omdoet, maar het is een dubbeltje op zijn kant. In het algemeen kun je wel zeggen dat ze alle vijf niet slecht zijn, en wellicht heb je zelf bepaalde voorkeuren waarom je de ene burger lekkerder vindt dan de ander. Heb je trek, en je komt één van deze vijf tegen, dan kun je gerust naar binnen gaan, denk ik. Al zou ik zelf misschien even omlopen naar de Schoutenstraat voor eentje van de Burgerbar…
Volgende themaweek ga ik iets gezonders doen. Denk ik. Tot dan!
Oh ja, vergeet je me niet te volgen op Facebook, Twitter en Instagram? Fijn!
Ik ben al een aantal jaren geabonneerd op het Engelse kookblad BBC Good Food Magazine. Voor mij is dat nog steeds het leukste kookblad, misschien ook omdat de recepten me het meeste aanspreken. De moderne Engelse keuken is, wat mij betreft, een erg interessante keuken. Naast de klassieke Engelse gerechten kan deze keuken bogen op een eeuwenlange invloed uit alle windstreken van het Gemenebest zoals uit Hong Kong, India en het Caraïbisch gebied. Het enige nadeel is dat sommige ingrediënten lastig of niet verkrijgbaar zijn in Nederland, maar daar moet je dan soms gewoon even omheen werken of een goed alternatief vinden. Meestal lukt dat wel.
In de editie van september 2018 vond ik een interessant gerecht: ‘Chorizo, fennel & tomato fish stew’. Die leek me wel heel erg lekker, maar aangezien ik de enige ben die thuis vis lust was het niet meteen een optie om die te maken. Totdat ik bedacht dat het misschien ook wel gewoon met kip zou kunnen. Die combinatie bleek wonderwel voortreffelijk te werken. De ‘cooking chorizo’ (ik noem hem hier bakchorizo) die oorspronkelijk in het recept moest heb ik vervangen door ‘Iberico worstjes’ van de Utrechtse biologische slagerij Gerrit Takke. Nu zul je misschien niet in of in de buurt van Utrecht wonen, en dan wordt dat lastig. Misschien heeft jouw slager ook wel een dergelijke soort worst. Waar het om gaat is dat het een verse worst is met een chorizo-kruiding. De worst moet wel vrij compact zijn, anders kun je er geen blokjes van snijden. Maar een gedroogde chorizo is dus NIET wat hier in moet.
Ik heb verder nog een paar kleine aanpassingen gedaan ten opzichte van het originele recept. Mijn versie van deze stoof deel ik hieronder met jullie – met dank aan BBC Good Food Magazine, september 2018 dus.
Ik hoop dat je er net zo van zullen genieten als ik, laat weten wat je er van vindt in de comments.
PS. Volg je me al op Facebook, Instagram en Twitter?
Rick #030horeca, Recensies, Themaweken
Project Leidsche Rijn is het nieuwe stadsdeel van Utrecht. Nou ja, nieuw, Leidsche Rijn bestaat ook al weer 20 jaar, de eerste woningen werden in 1997 opgeleverd. In de wijk Leidsche Rijn (ja, er is een verschil), is onlangs het winkelcentrum Leidsche Rijn Centrum geopend. Met 130 winkels en horecagelegenheden – en minstens 762 woningen – is het een behoorlijk groot winkelcentrum. Het is nog niet af: een aantal woningen moeten in ieder geval van buiten nog afgemaakt worden, en ook niet alle winkelpanden en wegen zijn al klaar. Toch valt er al wel het één en ander te beleven, als eetliefhebber.
Aan het grote Brusselplein, vlak bij NS station Leidsche Rijn en het busstation, zit de meeste horeca. Je vindt er onder andere hamburgerketen Five Guys, restaurant Alan & Pim’s (gegrilde kip), Miyabi (Aziatisch fusion) en een La Place (deze zit ìn de grote Jumbo Food Markt).
Ik ging een weekje lunchen in Leidsche Rijn Centrum, en deed daar al kort verslag van via social media, zoals Instagram, onder de hashtag #leidscherijnlunchweek. Hier zal ik een wat uitgebreider verslag doen.
Direct met het openen van het nieuwe winkelcentrum opende ook The Barn, een zogeheten fast casual biologische restaurant. Na iets meer dan een maand echter ging het restaurant al weer dicht, net als alle andere vestigingen van The Barn – de keten was failliet. Inmiddels is The Barn in Leidsche Rijn Centrum (als enige) weer open; het filiaal is overgenomen door de oud commercieel directeur van The Barn.
De opzet van het restaurant is nu wel iets gewijzigd, in plaats van een bestelling plaatsen bij een centrale kiosk wordt je nu wel gewoon aan tafel bediend. Zelf vind ik dat wel wat klantvriendelijker, de kiosk maakte het allemaal wat onpersoonlijk, en dat vond ik niet zo aansluiten bij de sfeer van het restaurant.
De kaart van The Barn is op dit moment nog wat beperkt, al beloven ze dat dit op termijn nog wel weer verder uitgebouwd wordt. Je vindt er nu bijvoorbeeld wat sandwiches, hamburgers en ook, bijvoorbeeld, een tosti met ham en kaas. Daar had ik toevallig net zin in, dus die bestelde ik.
De tosti was erg eenvoudig: twee dikke sneeën brood, met ham en kaas, en dat op de grill. Nou ja, dus eigenlijk gewoon wat een tosti is. Als je het goed doet, heb je ook niet meer nodig dan drie ingrediënten en één apparaat. En hij was ook gewoon goed. Prima tosti, hoef je voor mij niets meer aan te doen. Sommige mensen willen graag ketchup bij hun tosti, en die zat er niet bij, maar dat zal ongetwijfeld wel kunnen.
Wat mij betreft een prima eerste lunchdag. Ondanks dat The Barn pas net de zaterdag ervoor weer geopend was, zaten er al best wat mensen. Het restaurant is dus goed vindbaar en aantrekkelijk, dus dat is alleen maar positief voor de toekomst.
Op dinsdag was het een zonnige nazomerdag. Iets Spaans op een terrasjes gaat er dan wel in. Eén van de restaurants aan het Brusselplein is Bar Iberico: een Spaans restaurant met op de lunchkaart bijvoorbeeld vers belegde Spaanse broodjes. En naast de kaart nog een heel scala aan echte Spaanse tapas – of misschien is raciones een betere omschrijving. Denk aan pulpo a la gallega (octopus op Galicische wijze), boquerones in vinagre (ansjovisjes in het zuur), en dadels in spek. De ‘buiten de kaart’-kaart is bijna nog groter dan de gewone kaart. Genoeg te kiezen dus.
Ik koos voor een portie boquerones en een broodje Lomo Deluxe, plakjes gebakken gekruide varkenslende op een broodje met manchego, geroosterde paprikareepjes, rucola en een sausje.
Met zo’n lekker zonnetje waande ik me met deze twee gerechtjes echt even in Spanje. Goede kwaliteit, en erg smakelijk. Het broodje was groot genoeg om goed te vullen voor de lunch, dus alles wat je er extra bij neemt is gewoon ‘voor de lekker’. En dat is natuurlijk helemaal prima.
Bar Iberico is dus een prima lunchadresje als je trek hebt in iets Spaans. Als het weer niet zo lekker is, dan kun je binnen ook prima zitten. De gerechtjes brengen je sowieso wel in Spaanse sferen.
Onlangs is aan het plein ook Kavos Wine-Bar geopend. Kavos is een plaats op het Griekse eiland Corfu, en ook zonder dat te weten had de naam je alvast wel in een richting gestuurd: Kavos is een Grieks restaurant.
De eigenaars van Kavos zijn geen onbekenden in Utrecht, want ook het restaurant Oniro in Vleuterweide is van hen. Geen beginners dus, en dat is te zien: Kavos is zonder twijfel op dit moment het meest luxueus uitziende restaurant in Leidsche Rijn Centrum. Moderne, warme, stijlvolle inrichting met mooie stoffen stoelen en sfeervolle verlichting. Dit doet in niets denken aan de ouderwetse Griek met de plastic druiventrossen, wijnflessen in een rieten mandje en schilderingen van Griekse goden die weet-ik-wat aan het uitspoken zijn.
Ook de kaart is anders dan je misschien gewend bent: verwacht hier geen grote schalen met gyros, souvlaki en suzuki met een kom tomatenrijst en een emmer tzatziki. Bij Kavos vind je meer kleinere gerechten, die mooi weerspiegelen dat de Griekse keuken zo veel meer is dan stapels vlees op een schaal.
Tijdens mijn bezoek was de lunchkaart helaas nog niet volledig beschikbaar, en werden er slechts een paar gerechten aangeboden. Vanaf 15 september (2018) moet het restaurant full swing gaan draaien, en dan moet ook de lunchkaart af en klaar zijn.
Voor nu viel mijn keuze dan (toch weer) op een pita met gyros. Maar dan kreeg ik natuurlijk niet een opgerolde pita, volgepropt met sla, vooral vlees, en (altijd te weinig) saus. Nee, een mooi bord met daar op een pita, en daar op een mooie salade, dààr weer bovenop lekker gekruide kipgyros, en natuurlijk saus.
Het is misschien even wennen, een pita met gyros eten met bestek, maar het was erg lekker. Als het restaurant helemaal draait ga ik zeker nog eens terug om de reguliere lunch- en/of dinerkaart te proberen, want het is veelbelovend!
De eerste Alan & Pim’s is in 2015 in Rotterdam. In die tijd was het ineens heel erg hip om kip van ’t spit te verkopen in een restaurant, en Alan & Pim’s was één van die hippe zaken. En ze doen het blijkbaar goed, want ze zijn er nog steeds. Niet zo gek, want ik ben wel eens bij ze in Rotterdam geweest, en die kip was verdraaid lekker. Dus toen ik hoorde dat Alan & Pim’s in Leidsche Rijn Centrum kwam, heb ik een klein vreugdedansje gemaakt.
Het restaurant heeft een strakke, misschien wat minimalistische inrichting (na Kavos is dat zo’n beetje ieder restaurant), maar ik vond het er niet kil uitzien. Er wordt veel hout gebruikt wat voor warme tonen zorgt, en de blauw geblokte servetten/handdoeken geven het geheel een mooi accent.
Op de lunchkaart vind je onder andere salades, sandwiches en (halve) gegrilde kippetjes. Alan & Pim’s gebruikt alleen verantwoorde kip uit het Groene Hart, dus je kunt je rustig uitleven op een halve kip (of twee halve, dan heb je een hele). Die halve (of toch hele) kip besloot ik te bewaren voor de volgende keer, en ik koos voor de sandwich pulled chicken. Die bestaat uit twee flinke boterhammen met salade, heerlijk sappige kip en barbecuesaus. De barbecuesaus is wat aan de dikke kant, zoals je op de foto kunt zien, maar hij is wel lekker. Als de saus wat dunner was geweest was het verdelen van de saus over de sandwich misschien makkelijker geweest. Maar ik kan gelukkig zelf ook wel wat saus verplaatsen.
Smakelijke sandwich met verantwoorde kip, dus. Alan & Pim’s stelde niet teleur, en ik heb nu al weer zin in zo’n halve kip. Of toch een hele. YOLO, enzo.
Als laatste in de themaweek Leidsche Rijn Lunch Week bezoek ik op vrijdag Wijn- en Eetbar Most. Deze wijnbar is ongeveer drie weken open als ik er ga lunchen, dus nog behoorlijk nieuw. Het duo eigenaars van Most weet wel iets van wijn, één van hen werkte al bij een wijnbar in Amersfoort, de ander is ook eigenaar van VinVin in het centrum van Utrecht, in 2017 uitgeroepen tot beste wijnbar van Nederland.
Most serveert 100 verschillende open wijnen. Om dit mogelijk te maken wordt er gebruik gemaakt van een innovatief tapsysteem, waar je zelf je wijn mag tappen. Dat werkt zo: je haalt bij de bar een pasje, en daar laat je een tegoed opzetten. Dat pasje steek je vervolgens in een van de tapsystemen (10 in totaal, in 5 blokken van 2). Vervolgens pak je een glas en kies je een wijn uit. Je houdt je glas onder het tappunt en vervolgens druk je op het knopje voor de wijn. Je kunt kiezen uit een proefslok, een half of een heel glas. De prijs van de wijn wordt op een klein schermpje weergegeven, en het word verrekend met het saldo op je pasje. Uiteraard kun je wijnadvies krijgen als je echt niet weet waar je moet beginnen – en met 100 wijnen kan ik me dat heel goed voorstellen, ik vond het ook lastig.
De lunchkaart van Most is, net als de dinerkaart, beperkt. Ik koos uiteindelijk voor een sandwich met coppa di Parma, sla, pepertjes en olijfolie. Lekkere coppa, prima olijfolie, maar de pepertjes zorgden toch wel voor een flinke uitdaging in het kiezen van een bijpassende wijn (want dat is toch wel wat je wilt in een wijnbar). Uiteindelijk is dat wel gelukt, en het is fascinerend om te proeven hoe sommige wijn de peper juist meer naar voren haalt, en in andere gevallen juist weer afzwakt. Fijn dus dat je van tevoren kunt proeven, maar zo’n pepertje is toch wel lastig.
Most is nog aan het sleutelen aan de lunch- en dinerkaart. Het is de bedoeling om deze beperkt te houden. Dan is het natuurlijk wel belangrijk dat je gerechten op de kaart zet die goed met wijn te combineren zijn, en een sandwich met coppa en jalapeñopepertjes is dan misschien niet de beste keuze.
Ondanks de beperkte menukaart van dit moment is Most zeker een wijnbar om in de gaten te houden. Voordeel is dat ze op vrijdag en zaterdag tot 01.00u open zijn, dus als je in Leidsche Rijn woont en je komt net uit de bioscoop (of de Schouwburg in het centrum), is het misschien wel een leuke plek voor een afzakkertje.
Vijf dagen lunchen in Leidsche Rijn Centrum, het kan zonder problemen. Want naast de zaken die ik hier geprobeerd heb, zijn er dus nog meer. Het moet misschien allemaal nog een beetje aarden en schwung krijgen, maar dat kan niet anders bij zoveel nieuwe zaken in één keer. Iedereen die in Leidsche Rijn woont kan in ieder geval lekker ‘om de hoek’ gaan lunchen. En de rest van Utrecht kan er ook gewoon eens gaan kijken in dit nieuwe winkelcentrum, zonder bang te hoeven zijn van de honger om te komen.
De thematische lunchweek is mij zelf ook goed bevallen, dus daar komen er meer van. Volg me dus op Facebook, Instagram en Twitter, en je bent altijd op de hoogte.